Beschrijving
Kenmerkend voor spechten is het gedrag om met de snavel in hout te hameren. Dit gedrag dient zowel om bij voedsel te komen als ter communicatie. Het herhaaldelijke gehamer gaat gepaard met een aanzienlijke belasting van met name de kop en de hersenen. Het lijf van de specht heeft een aantal voorzieningen om een hersenschudding te voorkomen. De schedel bevat weinig hersenvocht, waardoor het brein relatief vast zit, en het bot heeft een sponsachtige structuur dat een deel van de klap absorbeert. Bovendien hebben spechten een sterk vergroot tongbeen dat als een soort veiligheidsgordel om de schedel heen ligt.
Voedsel: ongezouten (dop)pinda’s, vetbollen, zonnepitten, pindablokken en Pindacakes.
Voerplaats: vastgemaakt aan een boomstam op een rustige plaats.